Mensen, die een hersenbloeding (CVA), hersenletsel hebben gehad of mogelijk een aandoening van het zenuwstelsel hebben (MS, ALS, of Parkinson) kunnen in de loop van de tijd een slikstoornis ontwikkelen. Slikproblemen of stoornissen kunnen ontstaan door veranderingen in mond, in het keelgebied en/of het strottenhoofd. Vaak wordt het opgemerkt door vaak verslikken tijdens een maaltijd en/of drinken. Ook kan er een letsel ontstaan na een operatie in het hoofd -, en halsgebied.
.
Een slikstoornis kan een grote impact hebben in je dagelijks leven. Eten en drinken is immers een levensbehoefte en levensqualiteit. Een slikstoornis kan negatieve sociale gevolgen hebben voor de client en het familiesysyteem. Het nuttigen van een gezellig etentje in een restaurant kan misschien zeer moeizaam zijn, waardoor er veel levensqualiteit gaat verloren. Veel mensen gaan zich afzonderen.
Wat kun je doen als je een slikstoornis hebt ontwikkelt of iemand in je omgeving slikproblemen ervaart?
Therapie bij de Spraakboom houdt in dat ik allereerst een slikobservatie/onderzoek doe zodat we er achter kunnen komen wat mogelijk de oorzaak is en in welke fase van het slikproces de stoornis zich bevindt. Het logopedisch onderzoek kan worden uitgebreid met een onderzoek door een KNO-arts en/of een radioloog. Vaak wordt een patiënt met slikproblemen ook besproken in een multidisciplinair team waarin de behandelende arts, diëtist, en de verzorging deelnemen en eventueel de patiënt of zijn familie.
De therapie kan zich richten op het verminderen van het risico op verslikken, het verbeteren van de voedingstoestand of het met meer plezier eten en drinken. De interventie kan zich richten op de stoornis door middel van het aanleren van compensatiestrategieën of het trainen van specifieke spieren. Bijvoorbeeld sliktraining en het opbouwen van de consistentie. Naarmate de tijd verstrijkt onderzoeken of iemand weer brood en vaste voeding kan eten. Sliktraining wordt frequent 5x in de week gedaan in revalidatiefase. Daarnaast worden meestal adviezen aan de cliënt (en zijn omgeving) gegeven met betrekking tot bijvoorbeeld de houding tijdens de maaltijd, de consistentie van het voedsel en de wijze van aanbieden. Bij ernstige slikproblemen krijgt een cliënt sondevoeding. Dit is vooral in de revalidatiefase en uiteindelijk kan dit worden uitgebreid naar consistenties en sliktraining.
De resultaten van de slikbehandeling zijn in grote mate afhankelijk van de ernst en aard van de stoornis. Soms blijven er beperkingen bestaan, waardoor bijvoorbeeld een bepaalde voedselbereiding noodzakelijk is. Of dat bepaalde voedingsmiddelen niet meer geslikt kunnen worden. De nadruk van de logopedische behandeling zal dan liggen op het zo aangenaam mogelijk maken van de eet- en drinkmomenten. Vooral smaakbeleving is hierbij belangrijk. Gemalen voeding of alleen pap zorgt voor eenzijdigheid in eetpatroon. Uiteindelijk wil je meer variatie, meerdere smaken dus ook een betere/fijnere smaakbeleving.